Arbeidskaart
Om als buitenlandse werknemer in België arbeid in loondienst te kunnen verrichten, heb je in principe een arbeidskaart nodig. Een aantal categorieën van werknemers, bijvoorbeeld onderdanen van de EU, zijn vrijgesteld van de verplichting om een arbeidskaart te hebben.
types
arbeidskaart A:
- voor elk beroep in loondienst bij om het even welke werkgever
- voor een buitenlandse werknemer die kan bewijzen dat hij 4 jaar heeft gewerkt met een arbeidskaart B in een periode van 10 jaar (wettelijk en ononderbroken) verblijf, onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag. In de praktijk wordt arbeidskaart A maar zelden uitgereikt, omdat wie in aanmerking komt, meestal al in aanmerking komt voor een verblijf van onbeperkte duur, waardoor hij geen arbeidskaart meer nodig heeft
- geldig voor onbepaalde duur
arbeidskaart B:
- voor tewerkstelling in loondienst bij één bepaalde werkgever voor één specifieke functie of job
- als je werkgever een arbeidsvergunning aanvraagt
- geldig voor bepaalde duur, maar kan verlengd worden
arbeidskaart C:
- voor elk beroep in loondienst bij om het even welke werkgever
- voor buitenlandse werknemers die hier mogen verblijven om specifieke verblijfsredenen anders dan tewerkstelling (bv. studenten, kandidaat-vluchtelingen)
- geldig voor bepaalde duur, maar kan verlengd worden
Voor een overzicht van de voorwaarden waaronder buitenlandse werknemers in Vlaanderen en België kunnen werken kan je terecht op de website van het Departement voor Werk en Sociale Economie of bij de provinciale Dienst Economische Migratie van het Departement voor Werk en Sociale Economie.
Mensen met een buitenlandse nationaliteit die in België als zelfstandige willen werken, hebben daarvoor een beroepskaart voor vreemdelingen nodig.
Buitenlanders die niet de nationaliteit van een EER-lidstaat of Zwitserland hebben en die maximaal 90 dagen in Vlaanderen willen werken, hebben daar een arbeidskaart voor nodig. De werkgever vraagt de toelating tot arbeid aan en als die wordt goedgekeurd, krijgt de werknemer een arbeidskaart en krijgt de werkgever een arbeidsvergunning. De Europese Economische Ruimte bestaat uit alle EU-landen plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
Simulator
Door enkele vragen te beantwoorden, kunt u nagaan via welke categorie van werknemer u mogelijk in aanmerking komt voor een toelating tot arbeid.
De arbeidskaarten A en C vraag je als werknemer zelf aan. Je dient een aanvraagdossier in bij de provinciale dienst Economische Migratie. De arbeidskaart B wordt door je werkgever aangevraagd. De dienst Economische Migratie bezorgt je vervolgens jouw arbeidskaart.
De arbeidskaart is gratis.
Onderdanen van de Europese Unie en van Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland hebben geen arbeidskaart of arbeidsvergunning nodig. Voor andere vrijstellingen en afwijkingen kan je terecht bij de provinciale dienst Economische Migratie.