verwarmingstoelage via het Sociaal Verwarmingsfonds
Wie zich in een financieel moeilijke situatie bevindt, kan voor bepaalde brandstoffen elk jaar een korting krijgen op de verwarmingsfactuur van het Sociaal Verwarmingsfonds.
Je behoort tot een van de onderstaande categorieën:
- personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering én het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden is lager of gelijk aan €24.328,19 (verhoogd met €4.501,81 per persoon ten laste).
- personen met een laag inkomen, d.w.z. huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen dat lager of gelijk is aan €24.328,19 (verhoogd met €4.501,81).
- personen met schuldoverlast die in een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling zitten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen
Je krijgt een tegemoetkoming voor:
- huisbrandolie (mazout) aan de pomp en in bulk
(voor het vullen van een brandstoftank aan huis) - verwarmingspetroleum (type c) aan de pomp
- bulkpropaangas aan huis geleverd in grote hoeveelheden
(in een propaangastank, niet in flessen)
Het fonds komt dus niet tussen voor:
- elektrische verwarming
- aardgas via aansluiting op het stadsdistributienet
- propaangas in gasflessen
- butaangas in gasflessen
Maak zeker binnen de 60 dagen na de levering een afspraak in het sociaal huis. Het sociaal huis zal onder meer:
- nagaan of je voldoet aan de voorwaarden
- je identiteitskaart en een kopie van de leveringsfactuur of de leveringsbon vragen
- nakijken of het leveringsadres dhetzelfde is als het adres waar je gewoonlijk verblijft
- eventueel enkele documenten opvragen
Er zal geen inkomensonderzoek gebeuren als het huishouden bestaat uit een alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) met een RVV-statuut of als alle leden van het huishouden een RVV-statuut hebben.
- identiteitskaart
- kopie van de leveringsbon of leveringsfactuur
(woon je in een gebouw met meerdere appartementen? Vraag dan aan de eigenaar of de beheerder van het gebouw:- een kopie van de leveringsfactuur
- een attest waarop staat op hoeveel appartementen de factuur betrekking heeft)
- categorie 3:
- de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht
- documenten (gezinsinkomen of lopende kosten) die het sociaal huis toelaten te beoordelen of je niet in staat bent de verwarmingsfactuur te betalen
- als je behoort tot categorie 2 kan het sociaal huis je een bewijs van je gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering of bewijs van kadastraal inkomen van onroerende goederen buiten de gezinswoning)
- als je behoort tot categorie 1 kan het sociaal huis je een bewijs van je gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering)
Het fonds komt voor maximaal 1500 liter per verwarmingsperiode en per huishouden tussen.
Voor wie zich verwarmt met aan de pomp gekochte mazout of lamppetroleum heeft het fonds een forfaitaire tussenkomst van € 210. Eén aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage. Voor de in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt het bedrag van de toelage tussen 14 cent en 20 cent per liter. Het bedrag is afhankelijk van de prijs van de gefactureerde brandstof. Hoe hoger de prijs, hoe hoger de tussenkomst. De toelage per huishouden is maximaal € 300.
De maatregel is bedoeld voor mensen die zelf de gevolgen van de prijsstijgingen ondervinden.
Er wordt daarom geen toelage toegekend aan personen die verblijven in:
- een woonzorgcentrum (rusthuis)
- een opvanghuis
- een ziekenhuis